Zanddam Zwin
Schatting benodigde afmetingen
More Info
expand_more
Abstract
Bij dreigende verontreiniging van het natuurgebied Het Zwin door naar de kust drijvende olie is afsluiting van de monding met een tijdelijke zanddam een reeds beproefde mogelijkheid. Als tot aanleg van een dam wordt besloten moeten er keuzen worden gemaakt voor de locatie en afmetingen. Deze zijn afhankelijk van de te verwachten waterstands- en golfbelasting. CONCLUSIES Een dam in de monding van Het Zwin vergt aanzienlijk minder zand dan een dam achter de monding. De afmetingen van een dam in de monding worden tot hoogwaterstand die 2 keer per jaar voorkomen voornamelijk bepaald door de waterstand. Bij stormvloeden gaat afslag door golven een rol spelen en moet de dam breder zijn. Voor een dam achter de monding ligt dit omslagpunt bij een frequentie van 1 maal per 2 à 5 jaar. Een relatief lage dam (NAP +5 m) is voordeliger dan een hogere dam (NAP +7 m). Een dam tot +3 m is slechts toereikend tot een waterstand ca. NAP +2.7 m. Deze waterstand wordt 5 keer per jaar overschreden. Alleen in de zomerperiode, als geen waterstandverhoging wordt verwacht, zal een dergelijke dam dus kunnen voldoen. In verband met de zandafslag bij golfaanval wordt een breedte van minimaal 10 m aangeraden.