Zoutindringing sluizen IJmuiden
Effect nieuwe sluis op Noordzeekanaal
More Info
expand_more
Abstract
Deze studie richt zich expliciet op de toename van de zoutindringing op het Noordzeekanaal en het Amsterdam-Rijnkanaal, als gevolg van de aanleg van een nieuwe Noordersluis. In de studie zijn vergelijkende simulaties uitgevoerd voor verschillende varianten van de nieuwe sluis (afmetingen), voor verschillende belastingscenarios (nat, droog en gemiddeld zomer) en voor verschillende ladingsstromen. De zoutbelasting op het Noordzeekanaal wordt bepaald door de afmetingen en het gebruik van het sluizencomplex, maar ook door het zoutverschil tussen binnen en buiten. Naarmate het Noordzeekanaal zouter wordt, wordt het verschil tussen binnen en buiten kleiner en zal dus ook de zoutindringing minder toenemen, dan op basis van de afmetingen van het nieuwe spuimiddel zou mogen worden verwacht. Er heerst een zogenoemd tegengekoppeld systeem, dat ook wel bekend staat als de wet van de verminderde meeropbrengst. De resultaten van de simulaties laten zien dat het zoutgehalte toeneemt met toenemende ladingstroom. Ook geeft de variant met de grootste sluisinhoud de grootste zoutlast. Dat zijn de tweede varianten met ladingstromen van respectievelijk 125 en 140 MTA. In het meest extreme geval is er een toename van orde 3 tot 5 psu waarneembaar over vrijwel de gehele eerste 20 kilometer van het Noordzeekanaal. Nabij de sluizen is deze het grootst en geleidelijk iets afnemend tot orde 3 psu 20 kilometer van het sluizencomplex. Van 20 tot 30 kilometer is de toename geringer en daar voorbij is het verschil kleiner dan 1 psu. Maar ook daar zijn de effecten nog wel merkbaar. In een 2 % nat scenario is er een afname van 4 tot 5 psu over hetzelfde gebied. Zodra het ondieper wordt dan orde 5 meter verdwijnt ook de stratificatie vrijwel geheel en is de verticaal goed gemengd. De doorgerekende mitigerende maatregelen laten allen een vermindering van de zoutdoordringing zien. Het verminderen van de zoutlast door meer schepen in de grootste sluizen en daardoor minder schutten blijkt het meest efficiënt.