Datarapportage ecologie monitoring verruiming Westerschelde T3 (t/m 2001)

More Info
expand_more

Abstract

Het project Zeemove volgt de effecten van de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde die in de periode juli 1997 tot juli 1998 is gerealiseerd werd. Daartoe is een monitoringprogramma ingericht dat chemische, fysische en biologische parameters volgt (Move-rapport 2; De Jong et al.). Het programma is opgesteld om de zogenaamde hypothesen (verwachte concrete ontwikkelingen op lange termijn) te kunnen toetsen. De uitgangssituatie van de Westerschelde is in eerste instantie beschreven door Mol et al. (1997;Move-rapport 1). In 1999 is een eerste voortgangsrapportage (T1) opgesteld door Krijger (1999;Move-rapport 3). In een 'onderliggend' werkdocument (Van Berchum & Stikvoort, 1999) worden de chemische en biologische onderdelen van Move-rapport 3 uitvoerig bellicht. In deze laatste is de T0-beschrijving aangescherpt waar dat nodig was en zijn de beschikbare gegevens zoveel mogelijk 'in de geest van de hypothesen' verzameld, geanalyseerd en gepresenteerd. Ook zijn er aanbevelingen voor verbeteringen gedaan. Het werkdocument voortgangsrapportage T2 (Stikvoort en Vink, 2001) borduurt voort op de weg die met de T1 is ingezet. Aansluitend aan deze rapportage is de T3 situatie op identieke wijze uitgewerkt en in dit document beschreven. Voor zover mogelijk worden de ecologische gegevensreeksen aangevuld en gepresenteerd t/m 2001. RESUME AANBEVELINGEN - Optimaliseer het bemonsteringsprogamma voor de primaire produktie door fytoplankton. - Onderzoek voor het volgende evaluatierapport de relatie tussen instraling en primaire produktie. - Valideer de bemonsteringswijze van het microbenthos. - Onderzoek de relatie tussen droogvalduur en primaire productie van het microfytobenthos. - Actief deelnemen aan het vervolg van de studie naar de kinderkamerfunctie van de Westerschelde voor vissen en garnalen; zodanig dat Zeemove daar mee voort kan. - Overweeg gedetaillerder inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling van de droogvalduur, plaatinhoud en de hoogteontwikkeling van de Hooge Platen. - Houd de vingen aan de pols bij de areaal-ontwikkeling van de arealen integetijdegebied en supralitoraal van de Hooge Platen. Mogelijk treedt er versteiling van de plaat op. - Ste de gegevensverzameling van ruilende bergeend en broedende sterns veilig. Deze is momenteel niet in het Move-monitoringsprogramma opgenomen. - Valideer de veronderstelde relatie tussen areaal hooggelegen, laagdynamische intergetijdegebied en de foerageermogelijkheden voor benthivore steltlopers. - Een specifiek metingenprogramma om het effect op de foerageermogelijkheden van zichtjagende visteters te monitoren ontbreekt. Discussieer of de door Van Berchum & Stikvoort gekozen (nood)richting voldoende recht doet aan de hypothesen en neem er een besluit over. - Initieerd een discussie over een eventueel metingenprogramma om de kwaliteit van de foerageergebieden van de grote stern in het westelijk deel van de Westerschelde te volgen. - Stel de sedimentatiemetingen op kaolienveldjes veilig voor het project Zeemove. - Faciliteer de verwerking en interpretatie van de gegevens sinds 1997.