Zeespiegelstijging en de gevolgen voor de Nederlandse Kust

More Info
expand_more

Abstract

De temperatuur op aarde stijgt. Een gevolg van deze temperatuurstijging is zeespiegelstijging. Een ander gevolg zou kunnen zijn dat de weersomstandigheden kunnen veranderen. De gemiddelde windkracht zou kunnen toenemen waardoor de golfhoogtes kunnen toenemen. Ook de gemiddelde windrichting zou kunnen veranderen. Een en ander zal gevolgen hebben voor de Nederlandse kust. Door zeespiegelstijging gaat de kustlijn achteruit. In 1990 is besloten dat de positie van de kustlijn zal worden gehandhaafd op de plaats waar deze begin 1990 lag. Het handhaven van de kustlijn zal gebeuren door op plaatsen waar de verplaatsing van de kustlijn een landwaartse trend vertoont zandsuppleties uit te voeren. Wanneer veranderingen op gaan treden in de gemiddelde golfhoogte en -richting zal dat gevolgen hebben voor de zandtransporten langs de Nederlandse kust, zowel in dwars- als in langsrichting. De duinafslag tijdens stormomstandigheden kan dus gaan toenemen. Verder kunnen de gradienten in het langstransport gaan veranderen waardoor de erosie- (en aanzandings) hoeveelheden veranderen. In een onderbouwende studie voor het kustbeleid ("kustbeleid na 1990") zijn een drietal scenario's opgesteld met betrekking tot zeespiegelstijging en andere ontwerpparameters. Deze zijn weergegeven in tabel 0.1. Het beleidsscenario is het scenario waar momenteel vanuit wordt gegaan bij de uitvoering van het kustbeleid. Het anticiperende scenario gaal uit van de te verwachten veranderingen. Als bovengrens is er nog een ongunstig scenario aangegeven. Deze label heeft als uitgangspunt voor deze studie gefungeerd. Het doel van deze studie was te bepalen of het handhavingsbeleid in de toekomst kan worden voortgezet. Daarvoor is bepaald hoeveel zand er in de toekomst nodig zal zijn voor de handhaving van de positie van de kustlijn. Daarnaast is nagegaan of de veiligheid van de duinen als waterkering in de toekomst in het geding kan komen. Het is gebleken dat de hoeveelheden zand die nodig zijn om de kust conform de zeespiegelstijging op te hogen binnen de perken blijven als het probleem alleen met de zogenaamde Bruun-benadering wordt beschouwd. Verder kunnen veranderingen op gaan treden in de langstransportgradienten. Die veranderingen kunnen leiden tot een toename van de erosie langs de kust. Deze erosie zal gecompenseerd moeten worden met extra suppleties. De hoeveelheden die hiervoor nodig zijn, zijn ook niet erg groot. Uit andere studies is echter gebleken dat de hoeveelheden zand die in de toekomst nodig zullen zijn om het ecologische systeem van de Waddenzee te behouden veel groter zullen zijn dan de hoeveelheden die uit de Bruun-benadering voor de verschillende kustsecties volgen. De Waddenzee blijkt dus in hoge mate bepalend te zijn voor de totale hoeveelheid jaarlijks te suppleren zand.

Files