Evaluatie van zeewaarste kustverdediging

More Info
expand_more

Abstract

Dit rapport bevat de evaluatie van een 3-tal zeewaartse projecten, die mede op advies van de POK's *) ter plaatse van Texel-Eierland, West-Ameland en Noordoost-Vlieland zijn gerealiseerd. Nu, na bijna 5 jaar worden -per individuele oplossing- de eerste conclusies getrokken of het beoogde doel om in het kustvak de kustlijnhandbaving te optimaliseren, wordt bereikt. De conclusies zijn vervolgens vertaald naar conclusies en aanbevelingen op een generiek beleidsniveau. De voorliggende evaluatie is aangekondigd in Kustbalans 1995, de tweede kustnota, onder actiepunt 5. Eindconclusie met betrekking tot de "juistheid" van de keuze van de aangelegde constructies is nog niet helemaal te geven. De periode van 5 jaar is nog relatief kort in vergelijking met planperiode voor de constructies (25-5OJ). De combinaties van "harde" constructies met een aanvullende zandsuppletie tijdens de aanleg leiden bij Texel en Vlieland tot reductie van de structurele erosie, maar een inschatting van de uitstraling naar de omgeving is op dit moment niet te geven. Uit een analyse van potentiële locaties langs de Nederlandse kust blijkt dat er geen aanleiding is om op dit moment zeewaartse constructies aan te leggen. Mocht die behoefte in de toekomst toch ontstaan, dan is "maatwerk" een vereiste. Belangrijke constatering is dat de resultaten van de evaluatie het geformuleerde beleid uit de nota "Kustbalans 1995" bevestigen. Daarnaast zijn twee aanbevelingen geformuleerd: Bij kustvakken die een cyclisch patroon van erosie en sedimentatie vertonen is "timing" van de aanleg van zeewaartse verdedigingen van belang (bijvoorbeeld Ameland). Dit vereist inzicht in de specifieke morfologische processen over lange tijdsperioden. Een gefaseerde aanleg van een zeewaartse kustverdediging is daarom aan te bevelen, zodat optimaal op ontwikkelingen kan worden ingespeeld. Na de aanleg van een zeewaartse kustverdediging moeten specifieke aanvullende metingen inzicht geven of voorspelde ontwikkelingen (met rekenmodellen) ook werkelijk optreden. De resultaten dienen vervolgens ter verbetering van de rekenmodellen. De ontgrondingskuil bij dam Eierland was in 1993 niet nauwkeurig voorspeld. Het rekenmodel is inmiddels geoptimaliseerd met behulp van meetresultaten.