Ruimtelijke analyses van zeevogels

Verspreiding van de Noordse Stormvogel op het Nederlands Continentaal Plat

More Info
expand_more

Abstract

Voor tellingen van zeevogels met een vliegtuig is een nieuwe analyse methode ontwikkeld. Door middel van ruimtelijke statistiek worden striptransect tellingen omgezet in een verspreidingsbeeld (aantal/km²). Belangrijk is dat naast de voorspelde dichtheid ook een betrouwbaarheid van de schatting gegeven wordt. De belangrijkste statistische technieken die hiervoor worden gebruikt zijn Gegeneraliseerd Lineair Modellen (GLM) , variogrammen en block-kriging. In deze rapportage wordt aangegeven hoe deze technieken worden gebruikt. De techniek wordt gedemonstreerd aan de hand van een analyse van de ruimtelijke verspreiding van de Noordse Stormvogel op het NCP. Voor de jaren 1991 - 2000 zijn de gemiddelde dichtheden berekend per tweemaandelijkse periode. In de maanden met de hoogste dichtheden is onderzocht of een verschillen in de tijd waarneembaar zijn. Daarnaast is - als voorbeeld - een tweetal jaren onderzocht op significante verschillen in voorspelde dichtheden tussen de jaren. De Noordse Stormvogel komt vooral in de maanden augustus/september en oktober/november in hogere dichtheden voor op het NCP. In de overige maanden worden altijd Noordse Stormvogels gezien maar in lage dichtheden. Het voorkomen van de hoge dichtheden is vooral beperkt tot het gebied dieper dan 30-40m (Oestergronden). De gemiddelde dichtheden waren gedurende de laatste vier seizoenen iets lager dan in de eerste vijf seizoenen. De verschillen tussen de jaren onderling zijn groot, en er is geen sprake van een duidelijke trend.

Files