Aanslibbing Natte Strook

Master Thesis (1998)
Author(s)

J.F. De Vries

Contributor(s)

G.J. Schiereck – Mentor

H.J. Verheij – Mentor

P. Klok – Mentor

K. D' Angremond – Mentor

Copyright
© 1998 De Vries, J.F.
More Info
expand_more
Publication Year
1998
Copyright
© 1998 De Vries, J.F.
Reuse Rights

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download, forward or distribute the text or part of it, without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license such as Creative Commons.

Abstract

In scheepvaartkanalen worden er steeds meer natuurvriendelijke oevers aangelegd. Dit zijn oevers die bestaan uit een vooroever en een daarachter gelegen natte strook of plasberm. In de vooroever zitten openingen die dienen om vers water vanuit het kanaal naar de natte strook te laten stromen om ongewenste effecten van stilstaand water te voorkomen. Tengevolge van scheepvaart ontstaat er een wateruitwisseling tussen kanaal en natte strook. Schepen wervelen ook slib op, waardoor er slibrijk water de natte strook instroomt. In de praktijk is gebleken dat de natte stroken aanslibben. Het doel van dit project was om de fysische verschijnselen te identificeren die bij de aanslibbing een rol spelen. Verder moest worden bekeken welke parameters deze verschijnselen sturen. Het project dient verder ook als pilot studie voor het modelleren van natuurvriendelijke oevers. Er is een pocesanalyse gedaan naar de waterbeweging en de aanslibbings processen. Uit de procesanalyse volgen hypotheses, die vervolgens met behulp van experimenten (simulaties van de processen in een model natte strook) worden getoetst. Zo blijkt uit de proces analyse de volumeuitwisseling, uitgedrukt in het volumeuitwisselings percentage p) afhankelijk te zijn van de grootte van de opening (a), het verval over de opening (Ml) welke veroorzaakt wordt door een spiegeldaling rond varende schepen, en de duur van de spiegeldaling (TsJ. Vegetatie verhoogt de hydraulische weerstand en zal de langsstroming in de natte strook vertragen. De netto concentratie toestroom is het verschil tussen de in- en uitgestroomde slibconcentratie door de opening van de vooroever naar de natte strook. De valsnelheid (w) in combinatie met de periode stilwater (T, periode tussen scheepspassages) bepalen hoeveel slib er bij een bepaalde diepte van de natte strook

Files

De_Vries.pdf
(pdf | 6.89 Mb)
License info not available