De Kerf bij Schoorl
inventarisatie van geomorfologie en kalkgehalten
More Info
expand_more
Abstract
De Schoorlse duinen worden gekenmerkt door een afwisseling van grote loopduincomplexen met uitgestrekte loopduinvlaktes. Het grootste deel van het landschap, met uitzondering van de zeereep, is gestabiliseerd, er zijn vrijwel geen actieve verstuivingen. De ingreep, het graven van de kerf, en afplaggen van de achterliggende Parnassiavallei, heeft hier verandering in gebracht. De Pamassiavallei is tijdens storm reeds een aantal malen overspoeld. Geulen die ontstaan bij volstromen van de vallei zijn kortstondige verschijnselen. Door de werking van de zee is een strandwal-achtige vorm ontstaan met een hoogte vergelijkbaar met het omliggende strand. Hierdoor zal de overstromingsfrekwentie af nemen. Aan de kerf zelf zijn door afslag kleine klifjes ontstaan. De vormen zijn deels ten gevolge van betreding door recreanten uitgewist, deels door aanstuiving. In de vallei is (zout)water achtergebleven. Het water vormt een barrière voor doorstuiving. Door de vloed bevindt zich een vloedmerk op een hoogte van circa 2.5 m NAP. Het overstroomde oppervlak is voor een deel bedekt met fijn, kalkrijk slib. Mogelijk kan dit slib verdere verstuiving belemmeren. Op verschillende plaatsen is de vegetatie overstoven. Het stuifzand is uit de vallei zelf afkomstig en is overwegend kalkloos. De vallei zelf wordt door recreanten betreden. Verwacht kan worden dat de betreding de vestiging van pioniervegetaties zal tegen gaan. Het zand in de Parnassiavallei is zeer kalkarm tot kalkloos. Het zand van de aangrenzende zeereep is matig kalkhoudend. Er is sprake van een scherpe kalkgradiënt. Na het graven van de kerf is dit niet wezenlijk veranderd. In de vallei bevindt zich nog steeds overwegend kalkloos zand aan het oppervlak. Hier overheen is wel een zeer dun laagje kalkhoudend materiaal afgezet tijdens overspoeling door de zee. Het stuivende zand binnen de kerf is niet kalkhoudend. Er is nog geen sprake van echte doorstuiving van strandzand. Waarschijnlijk is dit een gevolg van de barrièrewerking van het in de vallei aanwezige water. Het strand ten N en ten Z van de kerf is gesuppleerd met gebiedsvreemd materiaal. Het suppletiezand is zeer kalkrijk. De kalkgradiënt in de gesuppleerde gebieden is groot. De achterliggende valleien zijn voornamelijk kalkloos, met uitzondering van kleine complexen van kopjesduinen. Op de zeereep zelf is suppletiezand aangetroffen, herkenbaar aan de afwijkende kleur. Het is wellicht aan te bevelen het gebied af te sluiten voor publiek om de natuurlijke ontwikkeling niet te verstoren.