Stabiliteit van dijkbelopen

More Info
expand_more

Abstract

Reeds een globale inspectie, welke direct na de stormramp van 1 februari 1953 werd gehouden, bracht aan het licht, dat over het algemeen de buitenbelopen van de dijken in het zuidwestelijke rampgebied weinig waren beschadigd, in tegenstelling met de kruin en het binnenbeloop, welke op uitgebreide schaal waren vernield . Het typische beeld, dat zich aan de bezoeker van het rampgebied voordeed, was een dijk, waarvan het binnenbeloop en kruin licht tot zwaar waren beschadigd, afgeschoven of uitgewoeld, terwijl de grasmat op het buitenbeloop zich als een onbeschadigde en ononderbroken groene strook tussen steenbekleding en kruin uitstrekte. De meeste buitenbelopenwaren, juist in de zone, waarin zij het zwaarst werden aangevallen, bekleed met een grasmat. Daar de grasmat op het buitenbeloop over het algemeen nauwelijks was beschadigd, heeft de grasmat dus proefondervindelijk bewezen, een over het algemeen alleszins voldoende weerstand tegen erosie te hebben bezeten. Aangezien de eroderende werking van de golven op het buitenbeloop ongetwijfeld veel heviger moet hebben gewerkt dan op het binnenbeloop, volgt hieruit, dat de beschadigingen aan de binnenbelopen niet veroorzaakt kunnen zijn door de directe golf aanval. Hieruit ontstond het probleem, wat dan wèl de oorzaak kan zijn van de vernielingen aan de binnenbelopen onzer zeedijken. De oplossing van dit probleem werd vooreerst gezocht in de richting van een nauwkeurige analyse van de geconstateerde feiten. Er werd een groot aantal gegevens verzameld betreffende de beschadigingen aan dijken in het zuidwestelijke rampgebied, alsmede zoveel mogelijk feiten, welke met deze beschadigingen zouden kunnen samenhangen. Het aldus verzamelde feiten materiaal werd aan een correlatieonderzoek onderworpen (litt. no. 4). Het resultaat van dit correlatieonderzoek was in zoverre verrassend, dat slechts één enkele correlatie kon worden gevonden. En deze correlatie was vrijwel absoluut. Het bleek namelijk dat alle bezweken binnenbelopen gedurende enige tijd aan overslag van water hadden blootgestaan. Wateroverslag was dus de oorzaak van het bezwijken der dijken.