Naoorlogse Wijken - Ontwerpend onderzoek naar de wijk Mariahoeve, Den Haag

More Info
expand_more

Abstract

Stedelijke vernieuwing heeft jarenlang vooral in teken gestaan van vernieuwing van de woningvoorraad. Architectuur student Teun van den Ende kiest in zijn afstudeer rapport een ander vertrekpunt. Zijn stelling is dat de naoorlogse wijk uit meer dan alleen maar woningen bestaat. Ook publieke voorzieningen zijn van oudsher aanwezig in de wijk, maar deze zijn inmiddels verouderd. Aanpassing van de woningvoorraad is vaak noodzakelijk, maar daarnaast kan vervanging of transformatie van de bestaande voorzieningen door nauwkeurig herontwerp de gehele wijk revitaliseren. Van den Ende geeft allereerst een uitgebreid overzicht van de ontstaansgeschiedenis en de ontwikkeling van de naoorlogse wijken in Nederland, dat hij onderbouwt met veel feiten en cijfers. Vervolgens onderzoekt hij de kwaliteiten van naoorlogse wijken, hij onderscheidt er vijf: - de functionele en fysieke inbedding van de wijk in het omliggend stedelijk gebied; - de samenhang tussen woningen, voorzieningen en infrastructuur - een fijne hiërarchie in de geleding van de ruimte - een zorgvuldige balans tussen bebouwde en onbebouwde ruimte: het tuinstad-principe - woningen zijn niet los van elkaar of in bouwblokken ontworpen, maar als ensembles. Hij concludeert dat de bevolking en publieke voorzieningen in naoorlogse wijken in een halve eeuw enorm veranderd zijn en dat de kenmerkende scheiding van wonen, werken en recreëren niet meer van deze tijd is: daarom moet het voorzieningenaanbod worden aangepast aan de huidige behoefte. Maar die aanpassing en vernieuwing kan niet zonder kennis van de geschiedenis plaatsvinden. ‘Het verleden, het heden en de toekomst van de naoorlogse wijk zijn onlosmakelijk verbonden’, schrijft vVan den Ende. Vanuit deze overtuiging analyseert hij de naoorlogse wijk Mariahoeve in Den Haag in al haar facetten. Daarna koppelt hij dit (cultuurhistorisch) onderzoek aan actuele behoeften die in de wijk spelen en richtinggevend kunnen werken voor de toekomst van de wijk. Van den Ende ent de voorstellen in zijn ontwerpend onderzoek op de (stedenbouwkundige) structuur van de wijk, die draait om de indeling in buurten met een eigen buurtcentrum voor de dagelijkse levensbehoeften. De oorspronkelijke voorzieningen en winkels hebben echter hun draagvlak verloren, doordat het aantal bewoners in de wijk is gehalveerd. Als kapstok voor vernieuwing dient de stedenbouwkundige onderlegger bestaande uit wegen, water, groen en woontorens, kenmerken die Mariahoeve haar identiteit verlenen. De invulling van het herontwerp ligt in de herbestemming van de verouderde voorzieningen clusters. Met zijn generieke ontwerp wil hij de wijkeconomie stimuleren en tegelijkertijd het publieke karakter van de buurtcentra behouden en zelfs versterken door hergebruik en transformatie van de bebouwing en de buitenruimte. Voor één van de buurtcentra werkt hij zo’n herbestemming nader uit en ontwerpt een ondernemershuis als nieuwe dragende publieke functie voor het buurtcentrum.