Zandsluiting Tholense Gat

Abstract

De Minister heeft in 1983 besloten om de sluiting van de Philipsdam te verschuiven van eind 1986 naar medio 1987 om zodoende een verlichting van de jaarlijkse financiële lasten te bewerkstelligen. Van belang is hierbij dat het sluitingstijdstip van de Oesterdam niet is gewijzigd. Door de reduktie van het getij ten gevolge van de bouw van de stormvloedkering wordt vooral de kom van de Oosterschelde kwetsbaarder voor zoetwater invloeden in perioden van zware regenval, en voor het zoetwaterbezwaar via de Kreekraksluizen. Door een tijdige aanleg van de Oesterdam wordt de kom van de Oosterschelde afgeschermd voor de genoemde invloeden en wordt bovendien het getijverschil vergroot. In lito 2 is de mogelijkheid van een zandsluiting van het Tholensche Gat onderzocht. Hierbij is uitgegaan van een manipulatie van de stormvloedkering, om het getij zo te beïnvloeden dat de stroomsnelheden in het sluitgat tijdens de kritieke fase van de sluiting kunnen worden beheerst. De voorliggende nota beschrijft het ontwerp en de uitvoering van de zandsluiting van het Tholensche Gat eind 1986 als alternatief op de steensluiting van het Tholensche Gat. De studie omvat tevens een risiko analyse met als doel inzicht te krijgen in de grootte en de aard van de risiko's om zodoende het ontwerp te kunnen bijstellen en de kostenraming te kunnen opstellen.