De teloorgang van de nachttreinen

More Info
expand_more

Abstract

Vorig jaar verdween de laatste nachttrein (in de zin van overnachtingstrein) uit Nederland. Het verdwijnen hiervan is een soort sluitstuk van een lange periode van afkalving van het aanbod van nacht- en andere langeafstandstreinen in West-Europa. Vertrokken 50 jaar geleden dagelijks nog 11 reguliere nachttreinen in Nederland, 30 jaar later was dat gereduceerd tot 4 en vandaag is dan de laatste verdwenen.
Met het opheffen van nachttreinen trekken de spoorwegmaatschappijen zich verder terug van de langeafstandsmarkt. De nachttrein is het treintype dat op reistijd het meest concurrerend is met het vliegtuig voor afstanden boven de 600 km dankzij een zeer efficiënt tijdgebruik (slapend reizen). Vanuit duurzaamheidsperspectief is de opheffing ongewenst; het vliegtuig, waar een groot deel van de nachttreinreizigers op zal overstappen, stoot aanzienlijk meer broeikasgassen uit dan de nachttrein.
De vrije val waarin de nachttreinen terecht zijn gekomen heeft te maken met factoren aan de vraag- en de aanbodzijde. De vraag is flink gedaald als gevolg van de toegenomen concurrentie van het vliegtuig en, in mindere mate, de hogesnelheids-dagtrein en de bus. De verhoogde concurrentie van de bus is het gevolg van de liberalisering van de busmarkt in een aantal landen. Aan de aanbodkant is de scheiding tussen infrastructuur en vervoerdiensten een belangrijke ontwikkeling. Treinexploitanten zijn nu genoopt vergoedingen te betalen voor infrastructuurgebruik; bovendien lijken bij de toewijzing van treinpaden de incidentele langeafstandstreindiensten een lage prioriteit te krijgen. De veranderingen ten nadele van de nachttrein zijn vandaag overwegend uitgekristalliseerd en een substantiële verdere verslechtering van de positie van de nachttrein valt niet te verwachten. Er zijn weer tekenen van groei en er zijn plannen voor uitbreiding van de nachttreindiensten door met name de Oostenrijkse spoorwegen. En mochten overheden besluiten een gelijk speelveld te creëren in de langeafstandsvervoermarkt, dan krijgt de nachttrein een extra steun in de rug; momenteel worden vliegtuigdiensten belastingtechnisch bevoordeeld boven treindiensten. Als er bij de spoorwegen en andere actoren (spooraanbieders en overheden) een wil is om levensvatbare nachttreindiensten aan te blijven bieden zal het huidige rudiment van het nachttreinnet grosso modo gehandhaafd kunnen worden en zal de nachttrein mogelijk iets van de verloren markt gaan terugwinnen. En misschien komt hij dan weer terug in Nederland.