Een Living Bridge voor Amsterdam

Ontwerpstudie naar een vaste oeververbinding over het IJ

More Info
expand_more

Abstract

Amsterdam probeert al jaren om zowel Noord als de oevers van het IJ te betrekken bij het stadsleven. De gehele zuidoever en het westelijke deel van de noordoever worden of zijn al herontwikkeld. De zuidoever is inmiddels veel meer een onderdeel van de stad. Noord en de noordoever liggen echter nog steeds relatief geïsoleerd van het centrum. Hoewel de komst van de Noord/Zuidlijn de bereikbaarheid zal verbeteren, wordt Noord pas echt een onderdeel van de stad wanneer er een visuele verbinding wordt gemaakt. Een vaste oeververbinding over het IJ zorgt ervoor dat bewoners van Noord eenvoudiger te fiets of te voet naar het centrum kunnen. Om ook mensen uit het centrum naar de andere kant van het Centraal Station te krijgen, moet er een reden zijn om over te steken. Dit extra programma kan op de noordoever worden gesitueerd, maar ook op de brug zelf. Dan wordt de brug een living bridge. Het ontwerp van deze living bridge was het hoofddoel van dit afstudeerproject. De scheepvaart speelde en speelt nog steeds een belangrijke rol voor Amsterdam, en is daarom een zeer belangrijke randvoorwaarde voor de living bridge. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over water zal moeten worden gereguleerd om op de brug en de functies op en aan de brug voldoende veiligheid te garanderen. De scheepvaart wordt daarvoor gescheiden in verschillende vaargeulen. Beroepsvaart wordt verdeeld over twee vaargeulen, zodat éénrichtingsverkeer ontstaat. Het vervoer van brandbaar gas wordt beperkt tot de nacht, zodat overdag slechts nog rekening moet worden gehouden met brandbare vloeistoffen, voornamelijk benzine. Wanneer een voldoende brandwerend gevelsysteem wordt toegepast, kunnen direct naast de vaargeul verblijfsfuncties (voor gebruik overdag) worden geplaatst. Woningen kunnen pas vanaf 25 meter van de vaargeul worden gebouwd, in verband met de ’s nachts varende gasschepen.