Modelproeven in het Waterbouwkundig Laboratorium te Delft betreffende sluizen en andere kunstwerken

More Info
expand_more

Abstract

Verdere vragen die zich voordeden bij de modelproeven uitgevoerd door Prof. Rehbock te Karlsruhe (1922-1925) zijn onderzocht in het waterbouwkunding laboratorium te Delft. In dit rapport zijn de resultaten van het deel der te Delft verrichte metingen, welke op sluizen betrekking hebben, opgenomen. Over het stortebed werd in Karlsruhe slechts enige oriënterende metingen gedaan; het onderzoek hiervan is verder te Delft verricht (model 17). Later werden nog enige details in een model van een gedeelte van de sluisgroep gemeten (model 40). In aansluiting met de proeven over de stortebedden der uitwateringssluizen in de afsluiting van de Zuiderzee is een onderzoek verricht voor de Oostoeversluis, de uitwateringssluis van het Balgzandkanaal (model 24). Ook voor de schutsluizen, die toegang geven tot de Wieringermeerpolder, zijn modelproeven genomen. Het doel is daarbij het verwezenlijken van een snelle vulling van de schutkolk, waarbij de ligging van de geschutte schepen niet onrunstig mag worden. Een eerste onderzoek ging over de sluis ten westen van Medemblik (model 4), terwijl later een model werd gemaakt om de sluizen bij Kolhorn, de Haukes en den Oever te beproeven (model 8). Ten slotte is in deze bundel nog behandeld een serie metingen, verricht voor de vergrooting van de capaciteit van de syphon onder het Merwedekanaal bij Zeeburg (model 42).