Riviercrossings

More Info
expand_more

Abstract

Een rivier bestaat uit bochten, overgangsvakken en tegenbochten. In vergelijking tot een bocht is de bodemligging t.p.v. een overgangsvak meer gelijkmatig verdeeld over de breedte van de rivier, zodat bij lage afvoer de waterstand daar ter plaatse maatgevend zal zijn voor de scheepvaart. Om inzicht te krijgen in de bevaarbaarheid van een rivier en de eventueel te treffen maatregelen (baggeren, reguleringswerken), is het van belang de bodemligging t.p.v. de overgang bocht-tegenbocht (de riviercrossing), te kunnen voorspellen. Het opstellen van een morfologisch rekenmodel is echter niet eenvoudig,vanwege het drie-dimensionale karakter van de waterbeweging (naijlen bochtstroming). Daarom is in het eerste gedeelte van het onderzoek gekeken naar crossings in de natuur,met als doel: 1.aangeven van aspekten waarmee bij het opzetten van een schematisatie voor een model rekening dient te worden gehouden. 2.een beschrijving te geven van het morfologisch gedrag van de crossing. In het tweede gedeelte van het onderzoek is een meer theoretische benadering toegepast.Als een eerste aanzet tot een model is de invloed van het verloop van de bochtstraal en-breedte op de bodemligging t.p.v. de crossing onderzocht. Een rivier waar crossings problemen opleveren voor de scheepvaart en waaraan ook studies zijn gewijd, is de Niger. Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van enkele van deze studies en heeft derhalve grotendeels betrekking op de rivier de Niger.

Files