Predictie gronddeformaties

Case Betuweroute km 16.7

More Info
expand_more

Abstract

Dit rapport maakt deel uit van het onderzoek naar omgevingsbeïnvloeding bij ophogingen en wegverbredingen in het kader van het DelftCluster programma Blijvend Vlakke Wegen. Binnen dit onderzoek wordt onderzoek gedaan naar de voorspellende waarde met betrekking tot de zettingen en horizontale vervormingen bij pphogingen/wegverbredingen en de correlatie tussen horizontale en verticale volumes van de methode De Leeuw (horizontaal), het MSettle isotachen model (verticaal) en de Plaxis modellen Soft Soil Creep (SSC), Soft Soil (SS) en Hardening Soil (HS) (verticaal en horizontaal), tijdens de bouw-, consolidatie- en kruipfase. Op basis van deze case wordt het volgende advies gegeven voor het maken van een prognose van horizontale gronddeformaties door een ophoging: Voor het maken van een eerste inschatting van de horizontale gronddeformaties in de teen van een ophoging kan de methode Bourges en Mieussens worden gebruikt. Als de grond kruipgevoelig is kunnen de horizontale gronddeformaties het beste met het Soft Soil Creep-model worden bepaald. Bij niet-kruipgevoelige grond of als het verloop van de deformaties in de tijd minder belangrijk is, is het Hardening Soil-model ook bruikbaar. Gezien de achtergrond en de uitgangspunten van het Soft Soil Creep-model en de berekeningsresultaten, kunnen de parameters K0 nc en M het beste worden bepaald uit K0-CRS-proeven. De hoek van inwendige wrijving moet zo worden gekozen dat tan M. Uit numerieke overwegingen wordt voor de cohesie c’ een zeer kleine waarde aangehouden. Op basis van de resultaten van deze case wordt aanbevolen om in het ontwerpstadium dat nog geen resultaten van laboratoriumproeven beschikbaar zijn, de volgende waarden voor K0 nc te hanteren: o Veen: 0,3 ?K0 nc ? 0,35 o Klei: 0,35 ? K0 nc ? 0,45 o Zandige klei: K0 nc ? 0,5.