Optimalisatie naar desinfectiecapaciteit van de ozonisatiestap in drinkwaterproduktiebedrijf Weesperkarspel

More Info
expand_more

Abstract

Weesperkarspel produceert jaarlijks zo’n 28 miljoen m3 drinkwater. Een van de zuiveringstappen is de ozonisatie waar het water door bellenkolommen met ozonhoudend gas stroomt. Sinds januari 2001 eist de Waterleidingwet dat een persoon een maximaal risico van 10-4 per jaar mag lopen op een infectie via drinkwater. Uit deze eis zijn maximale concentraties afgeleid voor ziekteverwekkers in het drinkwater. Deze concentraties zijn zo laag dat ze niet of nauwelijks te meten zijn. Ook m.b.v. indicator-organismen is niet te bewijzen dat het drinkwater aan de wettelijke norm voldoet. Bij GWA wordt deze methode daarom aangevuld met de zogenaamde “total system approach”. Deze houdt onder meer in dat voor elke zuiveringstap bekend moet zijn wat de eliminatiecapaciteit is. Voor de ozonisatiestap kon nog niet aangetoond worden dat deze eliminatiecapaciteit ook gehaald werd. Uit eerdere metingen ontstond echter de indruk dat de behaalde diesinfectiecapaciteit van de ozonisatiestap in Weesperkarspel onvoldoende is. Om uit te vinden of dit ook werkelijk zo is, is er een model ontwikkeld wat het verloop van de ozonconcentratie in de ozonkelders berekent. Hieruit kan eenvoudig de voor desinfectie bepalende Ct-waarde bepaald worden. Met behulp van dit model kunnen vervolgens ook andere situaties doorgerekend worden zodat mogelijk een betere procesvoering gevonden kan worden.