Oostelijke inrit van de Piet Heintunnel

More Info
expand_more

Abstract

In Amsterdam worden de voormalige havengebieden langs de zuidelijke U-oever herontwikkeld tot moderne woon- en werklocaties. De ontsluiting van deze zone zal gebeuren door de zogenaamde U-boulevard. Deze U-boulevard sluit aan de westkant van Amsterdam op de Ringweg (AIO) West aan, bij Sloterdijk. Aan de oostkant van Amsterdam sluit de U-boulevard aan op de Ringweg Oost, ter plaatse van het Zeeburgereiland. Een obstakel bij de aanleg van de U-boulevard is de verbinding tussen de Panamaweg en de Zuiderzeeweg. Hier wordt de Piet Heintunnel aangelegd. Deze tunnel kruist dan het Spoorwegbassin (een voormalig havenbekken) en het Amsterdam-Rijnkanaal. De tunnel wordt uitgevoerd als afgezonken tunnel. Van de 1900 m lange tunnel moet 1265 m onder water worden aangelegd. Op beide oevers sluit de tunnel aan op overgangsconstructies. Deze integrale onderdelen van de tunnel worden in een bouwput ter plaatse gebouwd en doen dienst als ondersteuning van de eerste tunnelelementen. Voor de beide toeritten is gekozen voor een polderoplossing. In het besteksontwerp van de Piet Heintunnel zijn in tunnelelementen en in de overgangsconstructies drie buizen ontworpen, twee voor het autoverkeer en één voor een geplande sneltramlijn. Achter de overgangsconstructies wordt ruimte gereserveerd voor de toekomstige toerit van de sneltramlijn. Dit afstudeerwerk wordt toegespitst op de oostelijke inrit van de tunnel, die men aan het bouwen was voor en gedurende dit afstudeerwerk. Tijdens de bouw van de overgangsconstructie van de oostelijke inrit kwam aan het licht dat de gesteldheid van de grondslag nog slechter was dan vooraf was vastgesteld. Hierdoor voldoet het eerste besteksontwerp niet meer volledig. Met name de afdracht van de horizontale krachten in deze slechte funderingsgrond vormt een groot probleem. De tunnelinrit wordt, om tot een correcte probleemanalyse te komen, opnieuw opgedeeld in bouwfasen. Deze bouwfasering is verricht uitgaande van het besteksontwerp en de laatste grondgegevens uit een aanvullend grondonderzoek. Belangrijke onderdelen van de verschillende bouwfasen en de eindfase zijn doorgerekend en gedimensioneerd. De bouwkuip voor de overgangsconstructie is ontworpen. Resultaat is een bouwkuip uitgevoerd met combiwanden. Deze combiwanden worden gestempeld met één stempellaag (verschillende buisdiameters) en een onderwaterbeton-vloer als stempel aan de onderzijde. Voor de combiwanden zijn buispalen berekend van 1320 mm diameter en 14 mm wanddikte. Tussen de buispalen zijn twee damwanden aangebracht, bijvoorbeeld Larssen 604-profiel. De toerit zal worden uitgevoerd met Hoesch-175 damwanden. Deze damwanden worden bovenaan gestempeld met ronde buizen en onderaan wederom met een onderwaterbeton-vloer als stempelvloer.

Files