Sluis met spaarbekkens in het Twenthe-Mittelland kanaal
More Info
expand_more
Abstract
Door de veranderingen in Europa is een toename van de handel te verwachten tussen Oosten West-Europa. Naar verwachting zal een deel van de goederen over water getransporteerd worden. Transport over water van Rotterdam naar het Oost-Europese achterland is reeds mogelijk via een omweg. Om in de toekomst over een snellere verbinding over water te beschikken is de haalbaarheid van een nieuw aan te leggen verbinding tussen het Twenthe kanaal en het Mittelland kanaal onderzocht. In dit afstudeer ontwerp is gekeken naar de mogelijkheid om ongeveer 25 meter van het totale verval tussen de bestaande kanalen in één keer te overbruggen. Omdat het bovenpand geen voldoende natuurlijke water aanvoer heeft is het gewenst het waterverlies te beperken. Gekozen is in dit ontwerp deze water besparing te realiseren door middel van een sluis met spaarbekkens. Het voldoen van het ontwerp is afhankelijk van twee zaken die ieder onder te verdelen zijn in deelaspecten die ook nog een onderlinge samenhang hebben.Het schutkolk oppervlak is afhankelijk van de te verwachten scheepvaart. Het kanaal moet geschikt zijn voor klasse V (maximum afmetingen: 110 * 11,4 * 2,8 m) scheepvaart. Er is van uitgegaan dat er hoogstens één maatgevend schip per schutting in de kolk is. Als kolk oppervlak is daarom 120 * 12 m2 aangehouden. Voor het openen en sluiten van de deuren is een gemiddelde tijd, gebaseerd op een aantal bestaande sluizen, uit de literatuur overgenomen. De rijd die nodig is voor het in- en uitvaren van de schepen is bepaald voor een standaard vloot (alleen beroepsvaart) waarbij het kanaal geschikt is voor klasse V (afmetingen: 110 * 11.4 * 2.8 m, maximaal 3200 ton). Voor een optimale tijd wordt de voorhaven zodanig ontworpen dat moeilijke en tijdrovende manoeuvres niet nodig zijn. Tevens dient de voorhaven gelijk voor de sluis gelegen te zijn, eventuele verlenging van de nauwe toegang van de sluis zorgt voor langere in- en uitvaartijden. Bij het schutten is ervan uitgegaan dat steeds slechts één schip per keer in de kolk aanwezig is.