Kustbroedvogels in het Deltagebied in 1999

More Info
expand_more

Abstract

In het Deltagebied komen van diverse soorten kustbroedvogels nationaal en internationaal belangrijke populaties tot broeden. In Noordwest-Europees verband zijn vooral Zwartkopmeeuw (50% van de Noordwest-Europese populatie), Strandplevier (23%), Kluut (13%), Kleine Mantelmeeuw (11%), Grote Stern (10%), Visdief (6%) en Dwergstern (6%) van belang. Van de Nederlandse populatie herbergt het Deltagebied meer dan 90% van de Zwartkopmeeuwen, driekwart van de Strandplevieren en Dwergsterns, de helft van de Kleine Mantelmeeuwen, Zilvermeeuwen en Grote Sterns en een derde van de Kluten, Bontbekplevieren en Visdieven. Populatieveranderingen van kustbroedvogels in het Deltagebied hebben daarmee gevolgen voor de totale populatie van sommige soorten op nationale of internationale schaal. De afgelopen zes jaren zijn de veranderingen van deze populaties in het Deltagebied relatief gering geweest. Van de 14 soorten die jaarlijks tot broeden komen zijn er acht stabiel over de periode 1993-99. Alleen Strandplevier en Kokmeeuw vertonen een duidelijke afname, waarbij dient te worden aangetekend dat voor beide soorten geldt dat over de laatste drie jaren de aantallen niet meer zijn afgenomen. Vier soorten (Zwartkopmeeuw, Grote Stern, Visdief en Noordse Stern) zijn duidelijk toegenomen. Voor al deze soorten geldt dat de populaties al enige tijd groeien. Voor de sterns zijn de aantallen echter nog steeds lager dan in de jaren vijftig. Een kanttekening bij dit positieve nieuws is echter wel dat een groot deel van de soorten heeft geprofiteerd van natuurontwikkelingsprojecten in diverse delen van het Deltagebied. Zoals te lezen valt in de soortteksten zal in de komende jaren blijken of deze situatie langer te handhaven is. Vooral pioniersoorten lijken na het afronden van de meeste van deze projecten weer in de verdrukking te komen. Wel zal er nieuwe ruimte ontstaan voor kustbroedvogels bij de uitvoering van Plan Tureluur (zuidkust Schouwen, Tholen).

Files