Fietsmobiliteit in Nederland, Denemarken en Vlaanderen

More Info
expand_more

Abstract

Nederland en Denemarken staan bekend als fietslanden bij uitstek. En de twee grootste steden, Amsterdam en Kopenhagen, afficheren zich als de fietsstad. In de paper wordt onderzocht in hoeverre de twee landen c.q. steden vergelijkbaar zijn qua fietsmobiliteit. Vlaanderen en zijn grootste stad, Antwerpen, gelden hierbij als referentie. Vergelijkingen worden gedaan op het niveau van de landen, van de steden, en van de grootstedelijke regio’s waarvan de drie steden, Amsterdam, Kopenhagen en Antwerpen de kernstad zijn.
Een uitkomst is, dat Nederland veel meer het predicaat ‘fietsland’ verdient dan Denemarken. Het fietsaandeel is in Nederland veel hoger, zowel in zijn totaliteit als voor de afzonderlijke verplaatsingsmotieven. In Denemarken is het fietsaandeel vergelijkbaar met dat in Vlaanderen. In Denemarken wordt de fiets relatief vaker voor pendelmotieven gebruikt, in Nederland en Vlaanderen voor winkelen. Het hogere fietsaandeel in Nederland wordt gecompenseerd door een lager autoaandeel. De afstandsverdelingen van de fietsverplaatsingen zijn voor alle landen gelijkluidend; het hoogste fietsgebruik ligt tussen de 1 en 2 km. Jongeren gebruiken in alle landen de fiets veel vaker dan volwassenen, waarbij de leeftijd waaronder de fiets veel gebruikt wordt in Denemarken wat lager ligt dan in de lage landen, en het in Vlaanderen vooral de mannelijke jongeren zijn die relatief vaak de fiets gebruiken.
Op het niveau van steden zijn de bevindingen heel anders. Het fietsgebruik in Amsterdam en Kopenhagen heeft grote overeenkomsten, zowel wat betreft volume als structuur. In beide steden is het fietsaandeel hoger dan landelijk. In Antwerpen is het fietsaandeel daarentegen lager dan in heel Vlaanderen, waarmee het fietsgebruik in deze stad onvergelijkbaar veel lager is dan in de twee andere steden. In vergelijking met de landelijke cijfers zijn in alle steden de aandelen van lopen en openbaar vervoer hoger, en die van de auto lager. In Amsterdam en Kopenhagen wordt de fiets relatief iets minder voor de zeer korte afstanden gebruikt, in Antwerpen juist iets meer. Het op landsniveau geconstateerde verschil tussen fietsgebruik van jongeren en volwassenen valt in Amsterdam weg en wordt in Kopenhagen omgedraaid.
De uitkomsten voor de grootstedelijke gebieden liggen vaak tussen die voor de steden en de landen in. Het fietsgebruik is duidelijk het hoogst in de regio Amsterdam, en het laagst in de regio Antwerpen.
Een algemene conclusie is, dat Nederland er uitspringt als fietsland. Het bijzonder hoge fietsgebruik in Denemarken concentreert zich in de hoofdstad en mogelijk enkele andere steden.