Concentratie metingen Partech troebelheidsmeter

Abstract

Om inzicht te verkrijgen in de verspreiding van slib in de Waddenzee is het een eerste vereiste te beschikken over meetmethodes om optredende slibtransporten te kunnen meten. Het onderzoek is op het ogenblik voornamelijk gericht op het meten van transporten van gesuspendeerd materiaal. Hiervoor is, behalve het meten van stroomsnelheid en -richting, een methode nodig voor de bepaling van de concentraties aan gesuspendeerd materiaal. De Adviesdienst Hoorn beschikt hiervoor over een troebelheidsmeter van het fabrikaat Partech. Om de meetwaarden van dit instrument goed te kunnen interpreteren was het allereerst noodzakelijk na te gaan in welke mate deze meetwaarden beïvloed zouden kunnen worden door de samenstelling van het gesuspendeerde materiaal. Hiertoe zijn in het laboratorium van de Adviesdienst Hoorn in een beroerd vat een groot aantal metingen uitgevoerd met suspensies van materialen van verschillende samenstelling en met verschillende korrelgrootteverdelingen. Als vervolg op deze laboratoriumproeven zijn een serie proefmetingen uitgevoerd. De meetresultaten wijzer erop dat de Partech-troebelheidsmeter niet bruikbaar is voor het meten van concentraties van in water gesuspendeerd materiaal. Wel lijkt het mogelijk met een redelijke nauwkeurigheid het slibgehalte van een suspensie te meten. Als gevolg daarvan echter is het niet mogelijk de gemeten waarden te controleren aan de hand van een controlemonster, waarvan alleen de totale concentratie aan zwevende delen wordt bepaald. Uit het rapport is gebleken dat op een aantal punten verder onderzoek nodig is, alvorens de Partech-troebelheidsmeter routinematig inzetbaar zal zijn. Op korte termijn zullen daarom de volgende punten nader onderzocht worden: 1. Invloed van het zandgehalte op de meetwaarde Voor de bepaling van het zandgehalte in zandslibmengsels is een hoeveelheid droge materiaal nodig van ca. 20 gram droge stof. 2. Deeltjesgrootte meting Indien een doorstroomsonde van het fabrikaat Partech ter beschikking komt, kan gelijktijdig met het onderzoek, genoemd onder 1, nagegaan worden, in hoeverre het verschil in meetwaarden van dompel- en doorstroomsonde gebruikt kan worden om continu de slibvlokgrootte te meten. 3. Energievoorziening vaste meetopstelling Voor duurmetingen dient een pomp deel uit te maken van de meetopstelling. Hiervoor is gedurende een langere periode energievoorziening nodig. Dit zou m.b.v een zonrepanelen en/of windgeneratoren gedaan kunnen worden.