De Veiligheid van de primaire waterkeringen in Nederland

Achtergrondrapport HR2006 voor de Zee en Estuaria

More Info
expand_more

Abstract

Vanaf januari 1996 is de nieuwe "Wet op de Waterkering" van kracht (WOW, 2002). Middels deze wet is onder andere vastgelegd dat er iedere vijf jaar door de beheerders een toetsing op veiligheid moet plaatsvinden van alle primaire waterkeringen in Nederland. Voor het toetsen op veiligheid is door het ministerie van Verkeer en Waterstaat een voorschrift uitgebracht: "Voorschrift Toetsen op Veiligheid" (VTV '04). Het geeft aan hoe de toetsing moet worden uitgevoerd om de veiligheid van de waterkeringen te kunnen beoordelen. Om de toetsing te kunnen uitvoeren moeten tevens de hydraulische randvoorwaarden bekend zijn. In de Wet op de Waterkering (WOW, 2002) wordt de minister van Verkeer en Waterstaat opgedragen deze beschikbaar te stellen. Bij het bepalen van de hydraulische randvoorwaarden wordt de wettelijke norm voor de veiligheid verdisconteerd. De hydraulische randvoorwaarden worden elke vijf jaar vastgesteld en gepresenteerd in de publicatie "Hydraulische randvoorwaarden voor Primaire Waterkeringen" (HR). De eerste versie van het randvoorwaardenboek is gepubliceerd in 1996, het thans geldende randvoorwaardenboek is vastgesteld en uitgekomen in 2001. Voorliggend rapport dient ter voorbereiding op de eerstvolgende versie (HR2006). Eén van de deelsystemen waarvoor randvoorwaarden moeten worden afgeleid zijn de zoute wateren. Meer specifiek zijn dat de Westerschelde, de Oosterschelde, de Waddenkust, de Zeeuwse Noordzeekust en de Hollandse kust. De hydraulische randvoorwaarden voor deze wateren bestaan voor elk locatie uit een combinatie van de waterstand en enkele relevante golfkarakteristieken (golfhoogte, golfperiode, golfrichting). Dit rapport beschrijft de totstandkoming van de hydraulische randvoorwaarden langs de Nederlandse kust voor HR2006 met als doelstellingen: - Verantwoording afleggen over de kwaliteit en betrouwbaarheid van de gevolgde aanpak; - Opgedane kennis toegankelijk maken middels een naslagwerk voor vervolgprojecten als HR2011 e.a CONCLUSIE Voor de HR2006 is een aantal nieuwe methodieken toegepast om te komen tot betrouwbare hydraulische randvoorwaarden voor de zoute wateren. Deze methodieken gaan uit van een probabilistische aanpak en een derde-generatie golfmodel voor vertaling van golfparameters op diep water naar ondiep water. Gegeven deze nieuwe aanpak kan gesteld worden dat de HR2006 betrouwbaarder zijn dan de HR2001. Voor de Waddenzee is er echter nog geen fundamentele verbetering ten opzichte van de HR2001 bereikt aangezien het golfmodel SWAN hier nog niet kan worden toegepast. Ten opzichte van de HR2001 wordt in sommige gevallen een lagere hydraulische belasting gevonden, bv voor duinen tussen Hoek van Holland en Scheveningen. Voor de overige duinen van de Hollandse kust en Wadden is de golfbelasting echter fors toegenomen.