Enige aspecten van de bepaling van de economisch optimale dijkhoogtes voor een gebied dat door twee waterstanden wordt bedreigd

More Info
expand_more

Abstract

De bereikte resultaten van deze studie zijn: • Grof weg komt het erop neer dat in het geval van onafhankelijkheid voor elke dijk afzonderlijk de optimale hoogte kan worden bepaald. • Indien er naast onafhankelijkheid sprake is van een budgetbeperking dienen alle faalkansen met de zelfde factor te worden verhoogd totdat de verbetering voor het aangegeven bedrag kan worden gerealiseerd. • Het feit, dat één dijk om redenen van beleid of anderszins niet mag worden verhoogd heeft geen invloed op de optimale faalkans van de dijk, die wel wordt verhoogd. Indien de waterstanden afhankelijk zijn ontstaat een geheel ander beeld. • In dit geval is steeds de dijk met de hoogste faalkans maatgevend voor de veiligheid van de polder. Vandaar, dat twee dijken zodanig worden opgetrokken dat de faalkans van beide gelijk is. Indien een dijk reeds de juiste hoogte heeft wordt de andere dijk zo hoog opgetrokken, dat de faalkans gelijk is aan die van de maatgevende dijk. • Wanneer naast de afhankelijkheid ook een budgetbeperking een rol speelt, wordt de optimale faalkans met een zodanige factor gereduceerd, dat de dijkverhogingen juist voor het toegestane bedrag kunnen plaatsvinden. • Indien één der dijken op grond van andere overwegingen niet verhoogd mag worden is verhoging van de andere dijk slechts zinvol tot het nivo waarop de faalkans van de ongewijzigde dijk wordt geëvenaard. Wel moet in alle gevallen steeds worden nagegaan of het project van dijkverhoging economisch aantrekkelijk is. De maatstaf daarvoor is de mate waarin de baten de kosten overtreffen.