Het is de bedoeling achtereenvolgens de volgen werken uit te voeren: 1. De dam op de plaat, langs 1920 m met de daarbij behorende 5 kribben, zal het eerst worden gemaakt. De algemene toestand zal door deze dam weinig veranderen, daar de stroomrichting ten naaste bij overeenkomt met de damrichting. Aan de zuidzijde kan worden begonnen, terwijl de voortgang van den bouw van den dam gelijken tred kan houden met het baggeren van een voor de kribkoppen, welke moet dienen voor het maken der bezinkingen dezer kribkoppen tot 4 - ME en door den aanvoer van materialen. Verondersteld wordt dat met kleine onderlossers gewerkt kan worden voor wat betreft de ophoging der diepste gedeelten en met een kraanschip voor de hoger gelegen. 2. Voormelde dam en smalle geul gereed zijnde, kan het verlangstuk, langs 480 m in het Holl. Diep vooruit worden gebouwd, terwijl tegelijkertijd de geul tot op 200 m bodembreedte wordt gebaggerd (diepte 4- ME). De uitkomende grond kan ten westen van den leidam worden gestort, terwijl thans de scheepvaart door de nieuwe geul kan worden geleid. 3. Daar de nieuwe geul de korste weg is, zal nar alle waarschijnlijkheid de oude geul onder Ooltgensplaat gaan verzanden. Dit kan nog in de hand worden gewerkt door het storten van de baggerspecie aldaar. In hoeverre het verzanden, alsmede het uitschuren van de nieuwe geul aan de natuur kan worden overgelaten is moeilijk te zeggen. Gerekend is, dat uit de nieuwe geul het volle profiel moet worden gebaggerd +50% en dat de oude geul tot de gemiddelde plaathoogte (1.3 -ME) opgehoogd zal kunnen worden met uitkomende specie. Deze veronderstelling schijnt aan de veilige kant te zijn. Hoelang deze periode van stroomverplaatsing zal duren, is eveneens slecht te schatten. 4. De oude vaargeul verzand zijnde en de nieuwe een breedte van 400 à 500 m hebbende kan de ontbrekende 1600 m dam worden gelegd. Ondertussen moeten eventuele stroomschuringen langs de kribkoppen onophoudelijk worden nagegaan, alsmede het zich vormen van zandbanken op ongewenste plaatsen. Verwacht mag daarbij worden, dat binnen niet te langen tijd de toestand stationair zal zijn geworden. Totale kosten bedragen 1.55 miljoen gulden. Verder opgenomen in het rapport zijn de vorige ontwerpen voor het Hellegat en het Historisch overzicht van de scheepvaart door het Hellegat van 1871-1912.