Kruinhoogten en ruimtebeslag van de waterkering Buitenhaven Vlissingen

herberekening volgens nieuwe inzichten

More Info
expand_more

Abstract

De Dienst Weg- en Waterbouwkunde heeft in opdracht van Rijkswaterstaat Directie Zeeland de benodigde dijktafelhoogten en het benodigde ruimtebeslag voor de verbetering van de waterkering rond de Buitenhaven Vlissingen opnieuw vastgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van hydraulische belastingen die recent zijn berekend met het model SWAN. Ook zijn nieuwe inzichten ten aanzien van de golfoploopformulering toegepast. De dijktafelhoogten zijn berekend met het in Zeeland gebruikelijke 2%-golfoploopcriterium, en een minimale waakhoogte van 1 meter. Hierbij zijn de taludhellingen gevarieerd, en zijn er berekeningen gemaakt met ruwheid en/of een berm. Voor enkele uitvoerpunten (voorin het bekken) aan de oostrand zijn de indicatieve kruinhoogten vrij hoog. Dit komt waarschijnlijk door de reflecties tegen de naastgelegen dijk, evenzo een uitvoerpunt aan het einde van het havenbekken, wat weer te maken heeft met refractie en concentratie van golfenergie over het relatief vlakke voorland. De reductie van de waterstand voor oostenwinden, heeft een zeer gunstig effect op de maatgevende golfrandvoorwaarden langs de westrand van de Buitenhaven. De resultaten van de uitgevoerde berekeningen geven aan dat het ruwer maken van het buitentalud en/of toepassen van een berm niet altijd een oplossing geeft om de kruinhoogte en het ruimtebeslag te verminderen. Gezien de ontwikkelingen in de oploopformuleringen en de hoogwaterstijging wordt geadviseerd om nu voldoende ruimtebeslag in te bouwen zodat toekomstige dijkversterking mogelijk blijft.