Milieubewust Herbestemmen
Nieuw leven voor monumentaal industrieel erfgoed
More Info
expand_more
Abstract
In opdracht van IMd Raadgevende Ingenieurs heeft Elise Bilardie, student Building Engineering van de Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen van de TU Delft, haar MSc thesis naar de duurzaamheid van het herbestemmen van monumentaal industrieel erfgoed verricht. Hoofdgedachte van het onderzoek is door de mogelijkheden van monumentaal industrieel erfgoed goed te onderzoeken en te benutten ontstaat een zeer duurzaam gebouw. Het rapport beschrijft de hoofdzaken betreffende het herbestemmen van monumentale industriële gebouwen. De hoofdzaken reiken van kennis van de historie van het gebouw, regelgeving van toen en nu en de vele gebouwgebonden aspecten die van invloed zijn. Daarnaast is met behulp van het DuMo-rekenmodel van een drietal case studies uit de projectportefeuille van IMd Raadgevende Ingenieurs de duurzaamheid in kaart gebracht. Het DuMo-rekenmodel is ontwikkeld in opdracht van de Rijksgebouwendienst en heeft een Greencalc+ achtergrond. Met het model kan door middel van een LCA de belasting van het gebouw aan het milieu worden berekend. Evenals in Greencalc+ maakt het programma onderscheid tussen de materiaal-, energie-, en watergebonden milieubelasting, uitgedrukt in jaarlijkse milieukosten. Het model biedt daarbij inzicht in de duurzaamheid van het gebouw onder invloed van een herbestemming/renovatie doordat er een berekening van voor en van na de ingreep gemaakt kan worden. Bij twee van de drie case studies was de DuMo score in overeenstemming met de verwachting voorafgaande aan de berekening. Echter, bij één case studie, waarbij er sprake was van leegstand voorafgaande aan de herbestemming, was de DuMo score vele malen lager. Het model rekent de leegstand zeer zwaar mee in de berekening hetgeen resulteert in een zeer lage duurzaamheid. Dit correspondeert echter niet met de gevoelsmatige duurzaamheid van het gebouw. Een scenariostudie naar de duurzaamheid van het herbestemde gebouw in vergelijking tot nieuwbouw is als laatste toegevoegd aan het onderzoek van de case studies. Belangrijkste conclusie uit dit deel van het onderzoek is dat het herbestemmen een zeer grote materiaalbesparing oplevert. Deze conclusie sluit goed aan bij de gedachte dat een constructief ontwerper er altijd naar streeft om een zo efficiënt mogelijk constructief ontwerp te maken, daarbij het materiaal en de eigenschappen ervan zo goed mogelijk te benutten. De conclusies van het onderzoek zijn samengevat in drie thema’s: Kennis, creativiteit en ambitie. Per thema worden er richtlijnen beschreven die relevant zijn voor de groep constructieve ontwerpers die zich bezig houdt met herbestemmen van monumentaal industrieel erfgoed. De belangrijkste conclusies per thema worden vervolgens beschreven. KENNIS: Een gedegen inschatting van de kwaliteit en de draagcapaciteit van een casco en een fundering leidt tot een efficiënte benutting van het bestaande. Daarbij is kennis over de rekenregels van toen (T.G.B. 1949) en de rekenregels van nu (NEN 8700) noodzakelijk zodoende de bestaande constructie zo veel mogelijk te behouden en hergebruiken. CREATIVITEIT: In het MSc. thesis rapport zijn diverse projecten belicht waarbij op een creatieve wijze een nieuwe gebruiksfunctie in een bestaand bouwwerk is gerealiseerd. Deze creativiteit komt tot uiting door constructieve oplossingen evenals klimatologische ontwerpoplossingen. De constructieve creativiteit komt niet alleen tot uitdrukking door complexe oplossingen maar juist door eenvoud. Bijvoorbeeld door zo min mogelijk wijzigingen aan te brengen in de bestaande krachtsafdracht. AMBITIE: Om een herbestemmingsproject op een duurzame wijze te realiseren en ook daadwerkelijk te laten slagen is naast vakinhoudelijke kennis, ambitie een relevante factor. Een belangrijke ambitie zou moeten zijn het ‘niet bouwen’ gaat voor ‘het bouwen’.