Vochtschade na brand
De casus van de Elleboogkerk in Amersfoort
Barbara Lubelli (TU Delft - Heritage & Architecture)
R. P.J. van Hees (TU Delft - Heritage & Technology, R2 Monumentenadvies)
More Info
expand_more
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download, forward or distribute the text or part of it, without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license such as Creative Commons.
Abstract
Het blussen van een brand gaat gepaard met een grote hoeveelheid water die in het metselwerk van een gebouw binnendringt; daarnaast duurt het vaak ook nog lange tijd voor een gebouw weer waterdicht kan worden gemaakt. Dit kan een hoog vochtgehalte in de muren veroorzaken, met alle daaraan verbonden problemen, zoals zouttransport, zout- en vorstschade en biologische groei. In dit artikel wordt de casus van de Neo-classicistische Elleboogkerk te Amersfoort besproken, waarvan de kapconstructie in 2007 door een brand werd verwoest. Naast directe schade door de brand aan het gebouw en de daarin aanwezige museale collectie, ontstond er ook vervolgschade als gevolg van vocht. Onderzoek toonde aan dat een hoog vochtgehalte in de muren, in de nasleep van de brand, de oorzaak is geweest van het loskomen van het nieuwe pleisterwerk, binnen enkele weken nadat dit was aangebracht. Daarnaast maakte het onderzoek het mogelijk om, op basis van het gemeten zoutgehalte in de muur, het risico voor het verder ontstaan van schade in te schatten en advies te geven over het wel of niet vervangen van de (nog) niet beschadigde delen van het renovatiepleisterwerk.