De Consequenties van een Natuurramp

Onderzoek naar de veranderingen in het regionaal plan van Schouwen-Duiveland na de Watersnoodramp (1953)

More Info
expand_more

Abstract

In deze paper wordt de invloed van de Watersnoodramp (1953), de grootste natuurramp van Nederland in de 20ste eeuw, op het regionaal plan van Schouwen-Duiveland in kaart gebracht. De overstroming veroorzaakte grote schade aan gebouwen en zorgde ervoor dat meer dan 1300 km² land onder water kwam te staan. Bestaande onderzoeken richten zich voornamelijk op de impact van de Watersnoodramp op Nederland als geheel. In dit onderzoek ligt de focus op een specifieke regio, namelijk de regionale planning van de zwaarst getroffen regio, Schouwen-Duiveland. Minder dan 30% van de woningen was nog bewoonbaar en ongeveer 70% van de bewoners moest geëvacueerd worden (De redactie van Cobouw, z.p., 1993). Het doel van deze paper is om te onderzoeken of de overstroming tot veranderingen in de regionale- en structurele planning heeft geleid, die misschien niet waren aangebracht als de watersnoodramp niet had plaatsgevonden. De centrale onderzoeksvraag is als volgt: Wat is de invloed van de Watersnoodramp (1953) op het regionaal plan van Schouwen-Duiveland tussen de periode vóór de natuurramp en de wederopbouw (1954)? 
Met behulp van archiefkaarten en -rapporten uit de bibliotheek van het Zeeuws Archief, wordt onderzoek gedaan naar het regionaal plan van Schouwen-Duiveland voor de overstroming. Daarna wordt verder ingezoomd op het structurele plan van Zierikzee, de grootste stad van SchouwenDuiveland, en tot aan de 19de eeuw, de op één na belangrijkste stad in heel Zeeland. Hieruit blijkt dat Schouwen-Duiveland als geheel een overwegend agrarisch karakter had, met een ongunstige verkaveling van de landbouwgronden en slechte infrastructuur. De uitbreidingsplannen van Zierikzee tonen vervolgens aan dat Zierikzee geen overwegend agrarische stad was en dat er een visie was voor het verbeteren van de infrastructuur. Door oorlogsomstandigheden kwamen deze plannen echter niet van de grond en de watersnoodramp zorgde er uiteindelijk voor dat een volledig herstel van het landschap met grondige sanering noodzakelijk was. Hiervoor werden de Reconstructie-Commissie Schouwen-Duiveland en Herverkavelingscommissie Zeeland ingesteld. Deze commissies brachten uiteindelijk plannen voort voor het herstel van het eiland met speciale aandacht naar de herverdeling van de landbouwgronden en het verbeteren van de infrastructuur. 
Thesis statement: De overstroming veroorzaakte veranderingen in de regionale planning die zonder de natuurramp niet zouden zijn doorgevoerd.