Westerschelde Oever Verbinding
Ontwerp van de toerit Zuid-Beveland
More Info
expand_more
Abstract
Volgens het ontwerp van deze combinatie wordt de Westerschelde Oever Verbinding uitgevoerd als een geboorde tunnel, bestaande uit twee buizen met een uitwendige diameter van 11.30 meter. Vanuit de startschacht nabij Terneuzen wordt de tunnel onder de hele Westerschëlde door naar Zuid-Beveland geboord. Even ten westen van Ellewoutsdijk wordt de ontvangstschacht voor beide boormachines gerealiseerd. Het ontwerp van een bouwmethode voor de ontvangstschacht en de toerit op Zuid-Beveland wordt in dit eerste deel van dit afstudeerwerk besproken. De toerit is voor het ontwerp opgesplitst in twee delen : De ontvangstschacht, met een lengte van 25 meter en een ontgravingsdiepte tot ongeveer NAP -18 m. en het resterende deel van de toerit met een lengte van ongeveer 230 meter en een maximale ontgravingsdiepte tot NAP - 1 2 . 4 m. Voor het minder diepe deel zijn drie bouwmethoden onderzocht. Een bemaling kan over de eerste 135 m. van de toerit tot NAP -5 m. toegepast worden, temeer omdat tot deze diepte gebruikt kan worden gemaakt van een slecht doorlatende leemlaag, wanneer uit nadere grondonderzoeken blijkt dat deze laag over dit hele deel van de toerit aanwezig is. Een folie is toepasbaar tot een wegdiepte van ongeveer NAP -7.5 m. en is derhalve over 190 m. mogelijk. Hiervoor zal de toepasbaarheid van de voorgestelde klemconstructie wel nader onderzocht moeten worden. Voor de diepere delen van de toerit is een bouwkuip (met damwanden) uitgewerkt. Zowel tijdelijke als permanente damwanden maar ook diepwanden zijn onderzocht. Voor de ontvangstschacht zijn een tweetal bouwmethoden nagegaan. Ten eerste de mogelijkheid om tijdelijke of permanente damwanden toe te passen. Vanwege de diepe bouwkuip zijn lange, zware damwanden noodzakelijk. (In het tweede deel van dit afstudeerrapport is aan de hand van deze bouwmethode onderzocht welke voordelen het toelaten van plastische scharnieren in de damwand heeft. Hierbij is de uiterstegrenstoestand bestudeerd) Bij deze diepte lijken diepwanden een betere oplossing te bieden, maar een zware constructie blijft noodzakelijk. Met name de kopwand vereist speciale aandacht. Grote delen kunnen niet gewapend worden vanwege het doorbreken met de tunnelboormachines van deze wand. Ten tweede is een caisson uitgewerkt. Het voordeel van een caisson is dat de constructie onder goed controleerbare omstandigheden eerst op het maaiveld gebouwd kan worden. Er zijn drie verschillende typen onderzocht; een pneumatisch caisson, een open caisson en een methode waardoor de grond onder het caisson door verschillende gaten wordt weggezogen: Het zogenaamde onderzuigen. Bij deze laatste oplossing is het mogelijk om voor het afzinken reeds een groot deel van de vloer en het dak aan te brengen, terwijl niet onder verhoogde luchtdruk ontgraven behoeft te worden.