Exposé Landwinningsvraagstukken

More Info
expand_more

Abstract

Als algemeen richtslijn is er aangegeven dat bij de opzet van landwinningswerken rekening gehouden moet worden met een tijdperk van ongeveer 40 jaren. Ten einde een nader inzicht in de voor te bereiden werkzaamheden te bekomen, werd er onderzoek verricht en gedeeltelijk in een viertal nota's vastgelegd. De onderzoeken gaan in specifiek over de 'Beplatingsmethode', waarbij slibvangen en beplanting der slikken een voorname rol spelen en de 'Bekleiingsmethode', waarbij getracht wordt sneller tot het doel te komen door inpoldering van een wadgebied en bekleiing ervan met specie uit de ondergrond. Bij het nagaan der mogelijkheden voor de eerstvolgende 40 jaar wordt gestuit op de volgende 7 hoofdvragen van landbouwkundige aard: 1. Is een proefpolder op de Wadden nodig ten einde te onderzoeken welke mening van slib en wadzand de meest wenselijke is? 2. Kan misschien met goedkopere middelen (proefbakken) worden volstaan? Hoe moeten deze worden ingericht? 3. Is het wadzand geschikt om als weidegrond te kunnen dien? Wat is dan de opbrengst per ha.? 4. Kunnen bossen op het Wadzand worden aangelegd? Welke opbrengst? 5. Wat kan met de zogenaamde woelmachine worden bereikt? Deze machine kan vruchtbare klei tot 4 meter diepte beneden maaiveld ophalen en over de oppervlakte spreiden. Kosten per laag van 4 cm dikte bedragen 300 à 400 gulden. 6. Welke resultaten zijn verkregen bij slibbemseting in Westerwolde en Drente? Een ter plaatse gehouden navraag wees uit dat een laag slib van eenige milimeter dikte na 30 jaar nog steeds opmerkelijk resultaten gaf. 7. Welk kavelgrootte is het meest wenselijk? De viertal nota's betreffen: - Verslag werkzaamheden in 1942 op Hollandsch Diep en Maartensgat (door opzichter Molendijk) - Verslag werkzaamheden in 1942 op de Hellegatplaten (door opzcihter Van Eyk) - Programma van onderzoek betreffende plantenonderzoek (door Dr. L.F. Kamps) - Verslag werkzaamheden proefvelden en plantenonderzoek in 1942 (door assisten Van Eerde)