De ontwikkeling van de bollenschuur

tussen 1850 en 1965

More Info
expand_more

Abstract

De bloembollencultuur speelt al anderhalve eeuw een belangrijke rol in het landschap van de Bollenstreek. Zo heeft deze bloembollencultuur van 1850 tot 1965 ook in gebouwde erfgoed haar sporen nagelaten. Na 1965 is de herkenbare bloembollenschuur haar karakteristieke eigenschappen verloren en zijn ze nog moeilijk te onderscheiden van andere bedrijfshallen. De afgelopen jaren is er dan ook steeds meer aandacht gekomen voor de bollenschuren tot 1965. Zo’n 25 jaar geleden werden de bollenschuren al van cultuurhistorisch belang gezien. Vanuit gemeentes in de Bollenstreek wordt daarom ook gesproken over het behouden en herbestemmen van de (monumentale) bollenschuren. Zo wordt er elk jaar door de Werkgroep Behoud en Herbestemming Bollenerfgoed van het Cultuurhistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek de Zwarte Tulp-prijs uitgereikt. Deze is bedoeld bestemd voor de eigenaar van een bollenschuur in de Bollenstreek die hun bollenschuur op een goede manier hebben behouden of herbestemd.
Het doel van deze thesis is om de ontwikkeling van de bloembollenschuren vanaf 1850 tot 1965 in kaart te brengen. Het is hierbij van belang de redenen van deze ontwikkelingen hierbij vast te leggen en te kijken hoe dit van invloed is geweest. Hierbij luidt mijn hoofdvraag ‘‘Hoe zijn de bollenschuren in de Bollenstreek veranderd tussen de jaren 1850 en 1965 en waarom?’’
Hierbij wordt gekeken naar verschillende nog bestaande bollenschuren uit deze periode. Zowel het exterieur als het interieur tussen de verschillende type bollenschuren worden met elkaar vergeleken en bij verschillen wordt er gezocht naar de reden waarom een verandering heeft plaatsgevonden. Dit zal gedaan worden met bestaande literatuur en het bezoeken van verschillende bollenschuren.
Uit het onderzoek is gebleken dat de grootste reden waarom er verschil zit tussen de types bollenschuren komt doordat de vraag naar bloembollen vanuit Nederland vanaf de jaren 1850 zo erg is toegenomen dat de kweker de beste conditie om de bloembol te drogen en te bewaren ook daadwerkelijk kon realiseren. Hier is een periode aan experimenteren geweest over hoe dit het beste gedaan kon worden. Uiteindelijk heeft de aanleg van elektriciteit in 1922 een grote rol in gespeeld, mechanisch ventileren werd mogelijk. Dit had effect op het exterieur van de bollenschuur, de gevel werd hierdoor meer gesloten. Daarnaast veranderde ook het belang van een bollenschuur, deze is getransformeerd van een opslag naar het uithangbord van het bedrijf.