Print Email Facebook Twitter Oppervlaktewaterlichamen en beschermde gebieden in het Schelde stroomgebied Title Oppervlaktewaterlichamen en beschermde gebieden in het Schelde stroomgebied Author Kornman, B.A. Blauw, T. Bil, M. Van der Meij, V. Van den Berg, M. Corporate name Rijkswaterstaat Date 2004-10-04 Abstract De Kaderrichtlijnwater (KRW) is een Europese richtlijn die ervan uitgaat dat water een erfgoed is dat beschermd en verdedigd moet worden. De richtlijn geeft het kader voor de bescherming van het oppervlaktewater en grondwater. Doel van de richtlijn is o.a. het beschermen en voorkomen van verdere achteruitgang van aquatische ecosystemen en het verbeteren van het aquatisch milieu door het sterk verminderen van lozingen en emissies van prioritaire stoffen en prioritair gevaarlijke stoffen. Voor oppervlaktewaterlichamen wordt in de KRW gesproken over twee milieudoelstellingen: (1) het bereiken van een Goede Ecologische Toestand (GET) of Goed Ecologisch Potentieel (GEP) en (2) Het bereiken van een goede chemische toestand. De milieudoelstellingen moeten eind 2015 bereikt zijn, maar onder bepaalde voorwaarden kan dit tot eind 2027 worden uitgesteld. Een van de eerste resultaten van de implementatie van de KRW moet in december 2004 zijn opgeleverd namelijk: de rapportages over de karakterisering van de vier Nederlandse stroomgebieden (Eems, Rijn, Maas en Schelde). Die rapportage beschrijft de huidige situatie en de toestand van de waterlichamen en voor welke waterlichamen het risico bestaat de milieudoelstelling Goede Ecologische Toestand (GET) of Goed Ecologisch Potentieel (GEP) in 2015 niet te halen. Voor de karakterisering moet o.a. een identificatie van de waterlichamen plaats vinden en een register van Beschermde gebieden worden opgesteld. De KRW verstaat onder Beschermde gebieden gebieden binnen het stroomgebied die bijzondere bescherming nodig hebben en vanuit dat gezichtspunt zijn aangewezen in het kader van communautaire wetgeving, d.w.z. EU richtlijnen zoals bijvoorbeeld vogel- en habitatrichtlijn, schelpdierwater richtlijn, zwemwaterrichtlijn. Het voor u liggende rapport beschrijft de uitgangspunten voor en de resultaten van het identificeren van de oppervlaktewaterlichamen in het Nederlands deel van het Schelde stroomgebied, en levert informatie over de Beschermde gebieden. Het vormt een onderliggend document van de rapportage Karakterisering stroomgebied Schelde en legt op transparante en verifieerbare wijze de gebruikte methodes en gegevens bij het identificeren van oppervlaktewaterlichamen vast. Het identificeren van de oppervlaktewaterlichamen is in twee stappen uitgevoerd. De eerste stap is de basale afbakening waarbij grenzen, categorie, type en status zijn vastgesteld. De tweede stap is de gedetailleerde begrenzing waarbij rekening is gehouden met beschermde gebieden in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Bij de eerste stap zijn negenenvijftig waterlichamen geïdentificeerd, bij de tweede stap nog eens twaalf, die bij de basale afbakening nog onderdeel waren van een van die negenenvijftig waterlichamen. Het voordeel van dit zogenoemde maatwerk is dat de doelstellingen die beide richtlijnen op het beschermde gebied leggen, beperkt blijven tot dat beschermde gebied; de strenge doelstelling komt niet te liggen op het grotere waterlichaam. Van deze eenenzeventig oppervlaktewateren in het Scheldestroomgebied van Nederland vallen er elf onder beheer van Rijkswaterstaat. De resterende zestig waterlichamen vallen onder beheer van een waterschap of de provincie. Bij het identificeren van deze oppervlaktewaterlichamen is zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij de huidige werkpraktijk van de waterschappen. In alle rijkswateren, uitgezonderd de kanalen, wordt op een of meerdere locaties de zwemwaterkwaliteit gemeten. De Grevelingen, Oosterschelde, het kustwater en het westelijk deel van de Westerschelde vallen onder de vis- en schelpdierwater richtlijn. Alle waterlichamen onder beheer van Rijkswaterstaat, de kanalen daargelaten, vallen onder de vogel- en/of de habitatrichtlijn. Er is maar een klein aantal regionale waterlichamen aangewezen als zwemwater (5) en er zijn geen regionale wateren die onder de vis- of schelpdierwater richtlijn vallen. Er is wel een groot aantal regionale waterlichamen die in hun geheel of voor een gedeelte onder de vogel en/of habitatrichtlijn vallen. Vijftien regionale waterlichamen vallen in hun geheel onder de vogel en/of habitatrichtlijn. Daarnaast zijn er nog dertig wateren (kreken, etc) die onder de vogel en/of habitatrichtlijn vallen en een deel van het gebied van een waterlichaam beslaan. Subject KaderrichtlijnwaterKRWoppervlaktewaterlichamenidentificatieScheldemilieudoelstelling Classification LBR00 To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:05b57483-e26f-4dbb-bd8f-f7ce0873677c Publisher Rijkswaterstaat, RIKZ Source Rapportnr.: 2004.036 Part of collection Hydraulic Engineering Reports Document type report Rights (c) Rijkswaterstaat Files PDF rikz2004036.pdf 9.25 MB Close viewer /islandora/object/uuid:05b57483-e26f-4dbb-bd8f-f7ce0873677c/datastream/OBJ/view