Print Email Facebook Twitter Bodemschermen: Een nieuw ontwerp voor rivierbochtverbetering Title Bodemschermen: Een nieuw ontwerp voor rivierbochtverbetering Author Majoor, R. Contributor Schiereck, G.J. (mentor) D' Angremond, K. (mentor) Fontijn, H.L. (mentor) Faculty Civil Engineering and Geosciences Department Hydraulic Engineering Date 1995-07-21 Abstract De rivier de Waal is de belangrijkste scheepvaartroute van Nederland en de drukst bevaren rivier van West-Europa. Ongeveer een derde van de totale import van Duitsland komt binnen via de Waal. De huidige problemen op de Waal hebben te maken met beperkingen in de afmetingen van de vaargeul. Maatgevend zijn de beschikbare breedte en diepte bij lage rivierafvoeren. Het vastgestelde referentieniveau daarbij is de Overeengekomen Lage Rivierwaterstand (OLR). Deze OLR wordt gemiddeld 95% van de tijd overschreden. Op basis van verkeerssimulaties bhjkt dat voor een veilige en vlotte verkeersafhandeling in de toekomst een vaargeul beschikbaar moet zijn met een breedte van 170 meter, waar schepen met een diepgang van 2,80 m kunnen varen. In nautisch opzicht vormen de bochten in de Waal bovenstrooms van Nijmegen een probleem. Bij OLR is de vaargeulbreedte beperkt tot ongeveer 130 meter. Voor de scheepvaart is het van belang de bodemligging in de bochten te kennen. De vaarbreedte waarover een voor de scheepvaart nodige diepte beschikbaar is, wordt aan eisen gebonden. In de buitenbocht is de diepte voldoende, terwijl de binnenbocht niet de vereiste diepte heeft. Hierdoor is de benodigde vaarbreedte te klein. Dit specifieke dwarsprofiel van een rivierbocht (diep in de buitenbocht en ondiep in de binnenbocht) wordt veroorzaakt door de spiraalstroming. Deze schuurt de buitenbocht uit en transporteert het sediment naar de binnenbocht, waar aanzanding plaatsvindt. In dit onderzoek wordt de maatregel bodemschermen, ter verbetering van de bevaarbaarheid van een rivierbocht, onderzocht. Bodemschermen zijn schermen die in de buitenbocht van de rivier geplaatst worden onder een kleine hoek met de hoofdstroming. Hierdoor ontstaan er wervels achter de schermen. Indien de schermen naar de buitenoever gericht zijn, ontstaan er wervels die een tegengestelde richting hebben aan de natuurlijke spiraalstroming. Hierdoor wordt de spiraalstroming tegengewerkt en wordt er geen sediment naar de binnenbocht getransporteerd, waardoor een vlakker dwarsprofiel ontstaat. Op basis van de onderzochte hydraulische randvoorwaarden en een programma van eisen, zijn een aantal alternatieve ontwerpen gemaakt voor de bodemschermen. De lokale ontgronding die rondom de bodemschermen zal optreden is bepaald aan de hand van laboratoriumproeven. Hierbij is gebruik gemaakt van twee benaderingen om inzicht te krijgen in de grootte van de te verwachten lokale ontgronding. Bij de eerste benadering is de lokale ontgronding onderzocht in het geval van "live bed scour" en in het tweede geval is de lokale ontgronding onderzocht bij "clear water scour". Uit dit onderzoek volgt dat de maximale lokale ontgronding waar rekening mee gehouden dient te worden bij schermen die 2,5 m boven de bodem uitsteken, ongeveer 3 meter bedraagt. De hydraulische belastingen die op de bodemschermen werken in de vorm van natuurlijke afvoer en scheepsgeïnduceerde waterbeweging zijn slechts in beperkte mate van invloed op de uiteindehjke dimensionering van de bodemschermen. Subject river bendrivierbochtkribrivierkrib To reference this document use: http://resolver.tudelft.nl/uuid:a189cf2a-3297-473a-919b-63859fa6c445 Part of collection Student theses Document type master thesis Rights (c) 1995 Majoor, R. Files PDF majoor_1995.pdf 28.75 MB Close viewer /islandora/object/uuid:a189cf2a-3297-473a-919b-63859fa6c445/datastream/OBJ/view